david – (de) (m) [1988] leest het woordenboek om de zin van het leven te vinden [dãwīdh, betekenis onduidelijk, misschien ‘geliefde’ of ‘oom van vaders kant’] (bijb.), de herdersknaap die Goliath doodde met een steenworp en later koning van het Israëlistische volk werd

Nachten in een woordenboek (17)

Omdat ik overdag werk, duik ik voortaan ’s nachts in het woordenboek. Nu zullen mijn teksten daar waarschijnlijk niet veel beter van worden, maar de vaart moet erin blijven zitten. Kwantiteit gaat vaak wel degelijk boven kwaliteit. Niets is niets.

Nacht I

Het is 00:21 uur en ik heb de Dikke van Dale helaas niet in de buurt. Zo gaat dat vaker met plannen; ze lopen anders. Toen we net thuiskwamen, bleek er geen stroom te zijn. Nergens. Dus ook niet op het toilet. Een paar keer de knopjes in de meterkast aangetikt, maar het probleem zat hem in de wijk.

Mijn eerste woordenboekverhaal in de nacht wordt verlicht door een USB-lamp en een paar lampionnen op zonne-energie. Zonder woordenboek. Frustratie. Hoe kan ik uit het woordenboek schrijven als ik er niet in kan lezen?

Om 01.00 uur kap ik er mee. Dit bovenstaande propje tekst is het zielige resultaat. Ik zwalk naar het toilet, zonder lenzen, met een lampion in mijn rechterhand. Sint-Maarten in de nacht.

De werkdag

Ik snooze de wekker tot hij er zelf vermoeid van raakt en sleep de deken tot ongeveer de voordeur mee, als een oude warme rups die helemaal geen zin heeft in vleugels.

Werk. De telefoon staat roodgloeiend. Ik meng een cappuccino met een espresso en herhaal dat recept later op de dag nog eens.  ’s Avonds merk ik dat er niet genoeg energie is voor de uitwerking van mijn ideeën.

Zo moet ik de koning van Marokko nog schrijven (daarover later meer), mijn brief aan Mazda nog afmaken en een dichtbundel uit de 19e eeuw verder doornemen. Ik lees ook nog oude troonredes om de Nederlandse samenleving vanuit historisch kroonperspectief te duiden.

En dat kost allemaal tijd. Tijd die je beter aan zinnige dingen kunt besteden, maar een handgeschreven brief aan een Marokkaanse koning moet er pico bello uit zien (dit is de eerste keer in mijn leven dat ik pico bello schrijf).

Dat ergert me, er lijkt geen balans te zijn tussen werken voor geld en tijd steken in dit project.

Nacht II

Over balans gesproken. Voormalig koningin Beatrix liet zich daar dus in haar troonrede van 1993 heel strikt over uit. Dat weet ik omdat ik op pagina 70 van de Van Dale een koningin tekende en daar nog een keer op terug wilde komen. Onder activeren wordt Beatrix aangehaald: “bij het herijken van onze verzorgingsstaat staan steeds centraal het activeren van burgers en het zorgvuldig beheren van de middelen die de overheid zijn toevertrouwd.”

Het activeren van deze burger is in ieder geval niet het probleem. Beatrix komt een paar pagina’s verder weer met een sterke tekst. Afglijden: “er zijn tekenen die wijzen op een reeel gevaar van langzaam afglijden naar een egocentrisch denken en handelen, dat de vrijheid van de medemensen aantast.”

Ze sprak deze woorden tijdens de Bevrijdingsrede van 1995. ‘Met de bevrijdingsspeech die koningin Beatrix gisteren in de Ridderzaal uitsprak is zij nog duidelijker ‘het geweten van de natie’ geworden. Haar rede is een ‘boodschap voor iedereen’ en haar woorden vervullen een ‘wekker-functie’ voor het Nederlandse volk.’ Dat schreef dagblad Trouw op 6 mei van dat jaar.

Ik denk dat we allemaal lekker uitgeslapen zijn. De wekker is nooit echt afgegaan. Ik daarentegen voel mijn ogen bijna op het toetsenbord vallen.

“Als de vrijheid van de één niet langer staat voor ruimhartig rekening houden met de vrijheid van de ander, kan een samenleving niet vreedzaam voortbestaan. Respect voor elkaar èn voor onze leefomgeving begint bij niet hinderen, niet krenken, niet vervuilen, niet vernielen. Verdraagzaamheid vraagt wel dat mensen zich gebonden weten aan normen. Tolerantie die wil dat alles kan, dat alles geoorloofd is, leidt uiteindelijk tot intolerantie, tot onrecht aan anderen, tot tirannie.”

Verder wees de koningin in 1995 op de “schokkende herhaling van het oorlogsgeweld” aan de grenzen van de Europese Unie en dat er ook binnen de EU weer sprake is van onverdraagzaamheid en haatgevoelens naar minderheden.

Dit was 1995. Niet 2017.

Je kunt het denk ik op twee manieren zien.

  1. Als we 22 jaar (!) verder zijn en er is niets veranderd, dan valt het eigenlijk ook allemaal wel mee.
  2. Als we 22 jaar verder zijn en er is niets veranderd, dan hebben we een groot probleem.

Aan alle grenzen van de EU rommelt het, haat jegens minderheden groeit in het oosten van Europa (zelfs joden zijn weer het haasje), de rechtspraak in Polen wordt beetje bij beetje afgeknabbeld door een bende extreem-rechtse hamsters en als je het niet optimistisch bekijkt is het eigenlijk een grote puinhoop.

Ik moet over een paar uur weer uit de veren, als een Fenix dit keer en niet als die verschrompelde rups. Morgennacht misschien wel gedichten uit de van Dale.

© david 1988