david – (de) (m) [1988] leest het woordenboek om de zin van het leven te vinden [dãwīdh, betekenis onduidelijk, misschien ‘geliefde’ of ‘oom van vaders kant’] (bijb.), de herdersknaap die Goliath doodde met een steenworp en later koning van het Israëlistische volk werd

Mijn telefoon bleef op een eiland liggen en ik reed per ongeluk naar Hilversum (23)

Als je net je voet op een boot zet om in drie kwartier naar het vaste land van de Verenigde provincies der Nederlanden te varen en je telefoon zit niet in je zak, dan is deze waarschijnlijk in een vakantiehuis blijven liggen. En dat was bij mij inderdaad het geval.

Een dag later zat ik per ongeluk in Hilversum met de auto, terwijl ik vanaf werk naar huis probeerde te rijden. In Utrecht. Dat had te maken met de gedachte die ik had bij de afslag ‘Ring Utrecht’: er komt hierna volgens mij nog een afslag Ring Utrecht. Navigatie is voor de zwakken.

20 minuten later reed ik door het centrum van Hilversum op zoek naar een bordje Utrecht.

Antiweek

Zo begon mijn antiweek. Dat mijn telefoon bleef liggen op een eiland maakte mijn keuze om tegen dingen te zijn meteen makkelijker: ik besloot dan maar tegen de telefoon te zijn. Dat ding is verschrikkelijk, want al na 5 minuten merk ik dat ik het warme apparaat tegen mijn lichaam mis. Over telefoonverslaving is al genoeg geschreven, maar ik kwam toevallig de tekeningen van mijn all time favourite columniste Renske de Greef tegen, die ons slaafse gedrag jegens de smartphone treffend verbeelden.

Tegen zijn is verrekte lastig, merkte ik. Ik zit kennelijk niet zo recalcitrant in elkaar. Op fiets naar werk probeerde ik me een werkdag voor te stellen waarbij ik overal tegenin zou gaan, maar er was zelfgemaakte taart en iedereen deed aardig. Volgens de Van Dale zal ik niet snel een antitheticus worden, die fouten in de bedrijfsorganisatie opspoort door middel van het zoveel mogelijk in twijfel trekken van de bestaande opvattingen.

Ik werd gevraagd om ’s avonds te koken, en vervolgens zocht ik op internet naar een recept, vlocht naanbrood van deeg en leerde een chilizondervlees en met zoete aardappel te maken. Dat naanbrood mislukte jammerlijk, want ik vergat zelfrijzend bakmeel bij de supermarkt en kocht in plaats daarvan Rijstebloem bij een toko op de hoek. What’s in name? dacht ik.

Ik ben gewoon nergens tegen. Ja, tegen oorlog, onrecht en vergaderingen, maar probeer daar maar eens onderuit te komen. Heb ik wel een mening? Twee dagen doorbrengen zonder telefoon vond ik eigenlijk wel prettig en ik zocht op internet naar een ander model. De vernieuwde Nokia 3310, bijvoorbeeld. Die had tenminste nog een kleurenscherm. Maar geen 4G. Wat moet ik dan met mijn onbeperkte internetbundel? Niet veel later had ik bijna de nieuwste Iphone besteld.

Dierenleed

Gelukkig kwam er weer eens een wanstaltig Belgisch slachthuis voorbij. Makkelijk om tegen te zijn. Dierenleed. We zijn de varkens van Tielt allang weer vergeten, dus de beelden van koeien die worden getaserd in hun kont konden rekenen op een goede portie ophef. Snel tekende ik de petitie om het slachthuis te laten sluiten, maar er kwam al snel een minister die daar de deuren op slot deed. Ja, wat kun je dan nog doen?

Tegen zijn werkt alleen als je het voordoen beheerst. Antitheater maak je pas als je ook in het theater staat en voor antipoëzie moet je ook gedichten kunnen schrijven die wél voldoen aan de geldende normen.

Apelles post tabulam

In een strandtent met de naam van een cijfer sloeg ik het woordenboek open. Op bladzijde 211. Apelles post tabulam: Latijns voor Apelles achter het schilderij, gebruikt in de zin van: de luisteraar aan de wand verneemt zijn eigen schand (Apelles verborg zich achter een schilderij dat hij tentoonstelde, om zo de aanmerkingen van de beschouwers te vernemen). Ik vroeg me af hoe Apelles het voor elkaar kreeg zich achter een schilderij te verbergen, zonder dat beschouwers zijn benen zagen. Misschien vermomde hij zich als spijker.

Apelles was de hofschilder van Alexander de Grote en het verhaal gaat dat hij last had van een vervelend mannetje dat continu iets op zijn schilderijen had aan te merken. Dat ging ongeveer zo:

Antiman: Hé Apelles, mooi schilderij. Klopt alleen niet, want de sandalen missen een gat.
Apelles: Oké, detail. Maar ik pas het aan.
Antiman: Ja, toch nog iets anders. Die benen kloppen ook niet.
Apelles: Ne sutor supra crepidam iudicaret.

Die woorden werden gewijzigd tot het spreekwoord: Sutor, ne ultra crepidam! beter bekend als: Schoenmaker blijf bij je leest.

En dat lijkt me een passend advies voor de antiweek. Ik ben voor.

© david 1988